Vluchten uit de DDR

© Bundesarchiv, Bild-183-6597-0001
De opstand van 1953 verandert het leven van Johannes. Van nu af aan ziet hij alles anders. Hij schrijft braaf wat er van hem verwacht wordt. Maar geloven in wat hij opschrijft, doet hij niet meer. Hij kan hier alleen met zijn vrouw over praten. Anderen mensen verklikken hem misschien. En wie weet wat er dan gebeurt. Franziska begrijpt hem. Zij is ook teleurgesteld. Het liefst willen ze net als heel veel andere mensen het land ontvluchten. “Maar ik kan mijn moeder niet alleen laten,” zegt Johannes. Ook dat begrijpt Franziska: “Zo slecht hebben we het niet, Johannes: we hebben allebei werk, en we hebben elkaar. We redden het wel.”


